Robidé van der Aa: De Aardbol, deel III, De Nederlanden: Gelderland; 1841; Mr. Christianus Petrus Eliza Robidé van der Aa (1791-1851),
rechter, dichter en schrijver (hij was gehuwd met Lucia Maria de Jongh (1789-1846), dochter van Daniel en Lucia Maria Raeber)
'Aan de andere zijde grenst het uitgebreide en zoo smaakvol aangelegd Loosche Park aan de
buurtschap Wenum van welke een groot gedeelte beslagen wordt door het landgoed de Rotterdamse Kopermolen.
Betreurt men teregt dat de kostbare fabrieken, die hier te voren zo veel leven en welvaart verspreidden stilstaan,
daar de voortgang der industrie dergelijke inrichtingen alleen door water gedreven, niet langer met winst kan doen
werken. Het geeft billijke stof tot vreudevolle opmerkingen dat dank zij den ijver van den bezitter van dit goed
de heidegronden jaarlijks meer en meer worden ontgonnen en beplant en de weiden en bouwakkers aanmerkelijk verbeterd,
terwijl de door uitgestrekte waterpartijen afgewisselde plantsoenen ene aangename wandeling opleveren.'
A.J. van der Aa:
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden deel I P. 297: Abraham Jacob van der Aa ( 1792-1857) een bekend Lexicograaf was een broer van Robidé van der Aa
Men heeft hier (in Apeldoorn) een postkantoor ..... en twee kopermolens, van welke slechts één meer voor rekening van hollandse kooplieden werkt
die het ruwe koper in blokken, koeken en schijven, of ook wel oud koper, tot dat einde derwaarts zenden,
waarvan hier vervolgens bodems tot ketels voor brouwerijen en branderijen, als mede kleinere bodems en bladen
ten gebruik der koperslagers en platen tot het koperen der schepen, geslagen worden. De zogenaamde 'Nieuwe Molen' staat stil omdat deze door water gedreven fabriken
de concurrentie niet kunnen uithouden met die, welke door stoom werken.
<<< Terug <<<